
Health
Arm
De arm is een bovenste ledemaat en is in het algemeen dat deel van het menselijke lichaam dat zich bevindt tussen de schouder en de pols. In deanatomie verwijst het woord ‘arm’ naar de bovenarm, het gedeelte tussen de schouder en elleboog.
BEEN
De term benen wordt gebruikt om de onderste ledematen te beschrijven die het lichaam steunen en waar wij mee lopen. In strikt anatomische zin verwijst het woord ‘been’ naar het onderbeen, het gedeelte tussen de knie en de voet. Het been, dijbeen en de voet zijn de belangrijkste delen van de onderste ledematen.
BEKKEN
Het bekkengebied heeft betrekking op het onderste deel van de buikholte of het gebied bij het bekken.
BRACHIAAL
Brachiaal heeft betrekking op de arm en dan specifiek op het gebied tussen de schouder en de elleboog.
BUIK
De buik is een deel van de romp van het lichaam, waartoe ook de nek en deborstkas behoren. De buik is de streek van het lichaam tussen de borstkas en het bekken, maar daar hoort de rug niet bij. Sommigen noemen de buik ook wel maag. Alle inwendige organen (maag, ingewanden en lever) bevinden zich in de buik.
CALCANEAAL
Calcaneaal heeft betrekking op de hiel van de voet. De anatomische term voor hielbeen is calcaneum.
CRURAAL
De term cruraal heeft betrekking op het gebied van het dijbeen of been. Soms wordt hiervoor de term femoraal gebruikt.
DIJ
De dij of het dijbeen is het deel van het been dat loopt van de heup tot aan de knie. De belangrijkste delen van de onderste ledematen van het menselijk lichaam zijn het dijbeen, het (onder)been en de voet.
DISTAAL
Distaal betekent verder van de oorsprong (aanhechtingspunt) van een structuur af. In de onderste ledematen is de voet distaal tot de knie.
DORSAAL OPPERVLAK
Dorsaal is een andere term voor posterieur en heeft betrekking op de achterkant van het menselijk lichaam. Het dorsale vlak van de hand is de achterkant van de hand. Het dorsale gedeelte van de voet is de bovenkant van de voet, de wreef. Dorsaal betekent ook de bovenkant (rug) van een dier.
EPIGASTRISCH
De term epigastrisch heeft betrekking op het gebied op of boven de maag in de buikstreek.
FEMORAAL
De term femoraal heeft betrekking op de femur of dij. Soms wordt hiervoor de term cruraal gebruikt.
HOOFD
Het hoofd is een gedeelte van het menselijke lichaam dat bestaat uit dehersenen, ogen, oren, neus en mond. De term hoofd (of kop) heeft ook betrekking op het ronde, proximale uiteinde van een lang bot of het uiteinde van een spier dat het dichtst bij de oorsprong van de spier ligt.
INFERIOR
Inferior heeft betrekking op een structuur die zich verder van het hoofd of het bovenste deel van het lichaam en dichter bij de voeten bevindt. Deze term is het tegenovergestelde van superior, wat verwijst naar een structuur bij het bovenste uiteinde van het lichaam.
INGUINAAL
Inguinaal heeft betrekking op een structuur die zich in of bij de lendenen bevindt (de streek tussen de onderbuik en de dij).
KROONVLAK
Het coronale vlak of kroonvlak is een verticaal vlak dat loodrecht op het mediane vlak staat. Als het aan de voorkant ligt, wordt dit vlak het frontale vlak genoemd. Deze term wordt het meest gebruikt bij het hoofd en de hersenen.
LATERAAL
Lateraal betekent verder van de middenas of het middenvlak. Deze term heeft betrekking op een structuur die aan de zijkant van het lichaam of in de richting van de zijkant ligt. De grote teen bevindt zich aan de mediale kant van de voet (dichter bij het mediane vlak) en de kleine teen bevindt zich aan de laterale kant van de voet (verder van het mediane vlak).
LUMBAAL
De term lumbaal wordt gebruikt als omschrijving voor de achterkant en zijkanten van het lichaam tussen de ribben en het bekken. Deze streek wordt ook wel lendenen genoemd.
MEDIAAL
Mediaal betekent midden en verwijst naar de structuur bij het mediane vlak. De grote teen bevindt zich aan de mediane kant van de voet (dichter bij het mediane vlak) en de kleine teen bevindt zich aan de laterale kant van de voet (verder van het mediane vlak af).
MEDIANE VLAK
Het mediane vlak is de scheiding van het menselijke lichaam door een denkbeeldige verticale as en lengteas door het midden van de voor- naar de achterkant en deelt het lichaam in een linker- en rechterhelft.
NEK
De nek is het gedeelte van het lichaam tussen het hoofd en de borstkas. De nek maakt samen met de borstkas en de buik deel uit van de romp. De term cervicaal wordt vaak gebruikt om het gebied van de nek te beschrijven
OKSELS
De oksels vormen de holten onder beide armen. De medische term voor oksel is axilla.
ONDERARM
De onderarm is het gedeelte van de menselijke anatomie dat zich bevindt tussen de elleboog en de pols. De bovenste ledematen van het menselijke lichaam bestaan uit de arm, onderarm en hand.
OPPERVLAKKIG
De term superficieel (oppervlakkig) wordt gebruikt om een structuur te beschrijven die zich dicht bij de oppervlakte of de huid bevindt.
PALMAIR
De term palmair heeft betrekking of het voorste of binnenste oppervlak van de hand tussen het begin van de vingers en de pols. Dit gebied wordt ook de palm genoemd.
PERINEUM
Het perineum is het onderste deel van de romp en het onderste deel van het bekken. Meer specifiek is dit het gebied tussen de anus en de externe geslachtsorganen.
PLANTAIR
De term plantair heeft betrekking op de zool of de onderkant van de voet.
POSTERIOR
Posterior betekent achter; in anatomische zin kan het ook dorsaal betekenen (aan of naar de rugzijde).
PROXIMAAL
Proximaal betekent dichter bij de oorsprong (aanhechtingspunt) van de structuur. In de onderste ledematen is de knie proximaal tot de voet en distaal tot het dijbeen.
RADIALE KANT
De radiale kant van een structuur heeft betrekking op de zijkant of de nabijheid van de radius (spaakbeen), het laterale bot of het bot in de onderarm aan de kant van de duim. In plaats van lateraal wordt soms de term radiaal gebruikt.
SAGITTAAL
De term sagittaal betekent van voor naar achter. Het sagittale vlak is het vlak dat loodrecht staat op het coronale vlak en parallel loopt n het mediale vlak. Deze term wordt het meest gebruikt met betrekking tot het hoofd en de hersenen.
SCHEEN
De scheen is de veel gebruikte benaming voor botgedeelte tussen de knie en de voet. Dit hele gebied wordt het been genoemd. Strikt anatomisch gesproken bedoelt men met “been” alleen het onderbeen, het deel tussen de knie en de voet.
STERNAAL
Sternaal verwijst naar een structuur van of bij de borst of het sternum.
SUPERIOR
Superior heeft betrekking op een structuur die zich dichter bij het hoofd of het bovenste deel van het lichaam dan bij de voeten bevindt. Dit is het tegenovergestelde van inferior, wat betrekking heeft op een structuur die zich aan de onderkant van hetichaam bevindt.
THORAX
De thorax is het deel van het lichaam dat zich onder de nek en boven de buik bevindt. De thorax, nek en buik vormen samen de romp van het menselijk lichaam.
ULNAIRE KANT
De ulnaire kant van een structuur heeft betrekking op de zijkant of de nabijheid van de ellepijp, het mediale bot of het bot in de onderarm aan de kant van de pink. De term ulnair wordt soms gebruikt in plaats van de term mediaal.
VENTRAAL
Ventraal betekent aan de voorkant geplaatst. Soms wordt hiervoor de term anterieur gebruikt.
VOET
De onderste ledematen bestaan uit het dijbeen, het been en de voet. De voet is het uiteinde van de onderste ledematen en het lichaamsdeel waar u op staat. De voet bevindt zich tussen de hiel (calcaneus) en de tenen (digiti).
VOORKANT
De voorkant van het lichaam wordt ook wel aangeduidt met de term anterior. Soms wordt hiervoor de term ventraal gebruikt (met betrekking tot de buikzijde).





